De piek van het Veenhooibeestje
Bepakt en bezakt met verrekijkers, kladblokjes, zonnebrand en flessen water trok een groep van 11 vrijwilligers op zondag 21 juni de heide op voor de jaarlijkse telling van het Veenhooibeestje in het Hingsteveen, in het Hart van Drenthe. Rond dit tijdstip van het jaar is de vliegpiek van het Veenhooibeestje. Al een aantal jaren organiseert Staatsbosbeheer in samenwerking met vrijwilligers van de Vlinderwerkgroep Drenthe een gebiedsdekkende telling om de populatieontwikkeling van deze zeldzame veenvlinder te volgen.
Na uitleg van Pauline Arends van Staatsbosbeheer verspreiden de tellers zich in een linie over het grote heidegebied. Het terrein bestaat voor een groot deel uit natte heide en venige delen, met op veel plekken grote pollen met Pijpenstrootje, Eenarig wollegras en daarnaast her en der ook sleuven en slenken. Ondanks dat het terrein daardoor zeer moeilijk begaanbaar is, laten de vrijwilligers zich hier niet door uit het veld slaan. Een echte uitdaging!
Na een uur ploeteren druppelen de vrijwilligers aan de overzijde van het uitgestrekte gebied letterlijk en figuurlijk binnen. Om de beurt wordt het aantal getelde vlinders doorgegeven. Voor de meeste tellers lag dit aantal tussen de 20 en 50 exemplaren. Zo komt het totaal in 2020 uit op 350 Veenhooibeestjes. Een gemiddelde score, want in de afgelopen jaren hebben we ook pieken gekend van meer dan 1000 exemplaren.
De droogte lijkt in het terrein invloed uit te oefenen op de vegetatie, zo merken de vrijwilligers op. De vergrassing neemt toe, terwijl de bloei en groei van Dopheide (nectarbronVeenhooibeestje) en Eenarig wollegras (waardplant Veenhooibeestje) achteruitholt. Staatsbosbeheer heeft de afgelopen jaren al flinke hydrologische maatregelen genomen door het dempen van sloten. Of dit genoeg is om de droogte tegen te gaan en daarmee het leefgebied van het Veenhooibeestje te redden, is de vraag. Staatsbosbeheer en de Vlinderwerkgroep Drenthe houden het gebied en de vlinders in elk geval goed in de gaten. Een datum voor de telling van volgend jaar is min of meer alweer gepland. Moe maar voldaan keert de groep vrijwilligers terug naar huis!
Stefan Pronk