Ben van As:
De mijnen van deze vlinder vond ik vroeger met enige regelmaat in het Rijnmondgebied (vooral op Voorne) maar hier in Drenthe ontschoot het me nogal eens om speciale aandacht aan deze soort te leveren terwijl juist na half augustus een goede periode aanbreekt. Kortom, ik had deze mijn hier nog niet gevonden.
Na een stevige regenbui en/of harde wind heb je kans dat het gemineerde eikenblad als gevolg van de door inwendige mergvraat veroorzaakte zwakke aanhechting uit de boom valt. Dat maakt het zoeken naar deze soort een stuk gemakkelijker omdat je dan elk groene eikenblad op de grond speciale aandacht kunt geven of er een ovaal gat aan het begin van het blad (verpoppingsuitsnede) naast de hoofdnerf zit. (En dan moet je nog wel goed opletten of het geen andere vraat is). Na aandachtig bekijken kwam ik tot de conclusie dat deze inderdaad sericiella zou moeten zijn, maar voor de zekerheid heb ik de hoofdnerf toch even onder de binoculair opengesneden om te zien of er inderdaad een frass-spoor te bekennen zou zijn. En ja hoor, zoals je op de foto kunt zien zitten er poepkorrels in de bladsteel.