Joop Verburg van Natuurvereniging Zuidwolde meldt:
Wespvlinders behoren tot de nachtvlinders, maar ze zijn dagactief. Wonderlijk genoeg worden ze door hun leefwijze en hun verschijningsvorm weinig gezien. Ze hebben vleugels waar geen schubben op zitten, zodat je er als door glas doorheen kunt kijken. De evolutie zal wel hebben bepaald dat ze zo minder opvallen of zo. Toch is hun verdere uiterlijk wel heel fraai. Ik heb in mijn leven (terwijl ik toch veel in de natuur rondkijk) slechts eenmaal een gezien: de Hoornaarvlinder. Ze leven erg verborgen en komen niet op licht af of op stroop en dat soort methoden om nachtvlinders te lokken. Er is een ander middel gevonden en dat betreft FEROMONEN. Dat zijn vrouwelijke sexgeuren waarmee mannetjes gelokt kunnen worden. Ze zijn vrij soort-specifiek en wanneer je in de (vaak korte vliegtijd) dit middel op een geschikte plek ophangt, kunnen daar de mannetjes op afkomen.
De Vlinderwerkgroep Drenthe heeft in verband met het provinciaal nachtvlinderonderzoek een viertal sets met feromonen van 10 verschillende soorten wespvlinders aangekocht en 1 van die sets heb ik vorige week thuisgekregen voor gebruik binnen onze vereniging.
Op dinsdag 26 mei was het prachtig weer, lekker warm, weinig wind. Carl Maurits en ik – vergezeld van kleinzoon Florian – gingen op pad. Het is vliegtijd van de Berkenglasvlinder en de Elzenwespvlinder. Voor de Berkenwespvlinder is een gebied met bos en heide en enige kap van jonge berken een goede biotoop en het Rabbingerveld leek ons te voldoen. We waren er om ca. 13.00 uur en we hoopten natuurlijk op succes. Wachten op een vlindertje dat je niet kent duurt best lang, maar na een half uur zagen we dat er iets rond de val vloog en ja een wespvlinder zat in de val: Onze eerste Berkenglasvlinder! We vonden het schitterend en beraadslaagden wat verder te doen. We hadden ook feromoon voor de Elzenwespvlinder bij ons, maar we konden zo gauw niet een geschikte plek met veel elzen in een zompig gebied bedenken. Daarom zijn we maar naar de Takkenhoogte gegaan om ook daar op een kapgebied te kijken of er een Berkenglasvinder wilde verschijnen. We hebben er bijna een uur gewacht, maar er verscheen niets. We liepen terug naar de auto en vlak bij de auto zag Carl zomaar een wespvlinder foerageren op Fluitenkruid. Het was de Elzenwespvlinder die we dus helemaal zonder feromonen op diezelfde dag voor het eerst tegenkwamen. De dag kon niet meer stuk!
Thuisgekomen hebben we de foto’s uitgezocht en wilden we die invoeren op waarneming. Kleinzoon Florian keek eens scherp naar de plaatjes en zag dat de Appelglasvlinder, die veel lijkt op de Berkenglasvlinder eigenlijk meer paste bij onze vangst. Nauwkeurig bekijken leverde op dat het inderdaad ging om de Appelglasvlinder (de handleiding gaf aan dat er wel eens vaker Appelglasvlinders afkomen op het feromoon van de Berkenglasvlinder). Maar hoe het kan dat een Appelglasvlinder op die plek waargenomen wordt is ons een raadsel. Achteraan op het Rabbingerveld, kale vlakte met heide, een berkenbosje en veel afgezaagde berkjes en ver van bewoning; onbegrijpelijk. Daar komt bij dat de Appelglasvlinder veel zeldzamer is dan de Berkenglasvlinder. Twee zeldzame wespvlindersoorten op 1 dag. Niet te geloven!